Jaap Huizing (30) had zijn leven lang allerlei baantjes om de touwtjes aan elkaar te knopen. Voor het eerst heeft hij geen zorgen over morgen, maar is hij precies op de plek waar hij moet zijn. ‘Het voelt alsof het universum ermee gemoeid was.’
Jaap is net terug van een werkweek. Verbrand maar voldaan, noemt hij zichzelf. ‘We hebben gewaterfietst, vlotten gebouwd, een kanotocht gemaakt en een survivalparcours gedaan. Dan fiets je met die hele bende terug naar de stad en zie je alleen maar blije gezichten, die nader tot elkaar zijn gekomen. Zo wordt de basis gelegd voor relaties die hun hele middelbare schooltijd gaat duren. Dat is toch prachtig.’
De lange weg naar de middenbouw
De weg naar het onderwijs was lang en kronkelend. Jaap studeerde Engelse talen, droomde er stiekem van om comedian of dichter des vaderlands te worden, en werkte tijdens zijn studie in de horeca. ‘Ik wist al lang dat dat mijn roeping niet was. Na mijn studie werkte ik een tijdje als rondleider in Amsterdam en later in de bouw.’ Beiden gaven niet de stabiliteit die hij zocht, dus besloot Jaap dat het tijd was om serieus te gaan solliciteren.
Via recruitmentbureaus kwam hij terecht tegenover mannen met stropdassen en vierkante ogen van de excelsheets. ‘Gelukkig zagen zij zelf ook dat ik daar niet paste.’ Toen kwam hij op het idee om een mail te sturen naar het Marecollege, een vrije school in Leiden. ‘Ze zochten geen mensen, maar vonden de mail zo goed dat ze me toch uitnodigden. Zo begon ik een tijd later als mentor van een groep kinderen die ik nu ‘mijn kindjes’ noem. Het voelt alsof het universum ermee gemoeid was. Eén mail, en ik ben precies waar ik moet zijn.’
Een draai van honderdtachtig graden
‘Het werk is zwaar, dat zeker. Soms vraag ik mij wel af hoe mensen met een gezin het doen.’ Jaap volgt naast zijn lesuren een minor om een bevoegdheid als leraar Engels te halen. ‘Ik heb het geluk dat ik die minor kan volgen in het verlengde van mijn bachelor. Zo kan ik mijn lerarendiploma in een half jaar in plaats van in drie jaar halen. Echter kwam ik er pas te laat achter dat de lessen die ik nu op de vrije school geef, niet tellen als stage-uren, omdat het geen Engelse lessen zijn. Daarom moet ik extra uren opnemen. Typisch iets voor mij om daar pas halverwege achter te komen.’
Jaaps leven is de afgelopen maanden honderdtachtig graden gedraaid. ‘In het dagelijks leven ben ik soms een sarcastische zak. Dat begrijpen m’n kindjes niet. Ze zijn nog jong, tussen de twaalf en veertien jaar oud. Dus moet ik anders met sommige dingen omgaan. Dat verandert je, of je nu wil of niet. Je maakt bewustere keuzes in de dingen die je doet of laat. In het weekend ga ik minder hard, omdat ik maandag met mijn klas wat moet neerzetten. Je doet die kinderen geen eer aan als je dat niet serieus neemt.’
Mentor of docent
Jaap ziet zichzelf eerder als mentor dan als docent. ‘Het is fijn om dingen uit te leggen en te vertellen. Maar nog fijner is het om met het kind en de ouders te gaan zitten, en een persoonlijk gesprek te voeren. Je vraagt kinderen zelf hoe zij ertegenaan kijken. Je ziet een soort bewustzijn ontstaan tijdens die gesprekken. Dat geeft energie. Je ziet dat je iets goeds doet voor de ontwikkeling van zo’n kind. Dat wil ik houden.’
Voor eeuwig en altijd?
Ver vooruit kijken, deed Jaap tot vorig jaar. ‘Voor het eerst in mijn leven ben ik niet heel erg bezig met waar ik heen ga. Elke ochtend ga ik met plezier naar school, en dat is voorlopig genoeg. Ik heb iets prachtig en stabiel bij de lurven gegrepen dit jaar, en ik heb niet zo’n zin om na te denken over verandering. Momenteel is er niets anders wat ik liever zou doen. Het is zwaar werk, maar het geeft voldoening en zin. Dichter des vaderlands word ik wel als ik een oeuvre heb.’